Plaats |
‘Lev’ bij Beth Shalom, Kastelenstraat 80, Amsterdam |
Tijd |
10.30 uur (zaal open vanaf 10.15 uur) |
NB Niet-leden gelieven zich bij Crescas aan te melden!zondag 14 april 2024
De verdwenen Amsterdamse jodenbuurt
Julia van der Krieke
Mei 1943 wordt vaak gezien als het einde van de Amsterdamse
Jodenbuurt, maar het nadenken over deze ‘verdwijnende
wijk’ begon al veel eerder.
Begin twintigste eeuw ontstond er een nieuwe literaire
trend in Amsterdam die door de auteurs liefkozend
‘gettoliteratuur’ werd genoemd. In rap tempo kwamen
er romans, journalistieke werken, toneelstukken en gedichten
uit over de Amsterdamse Jodenbuurt, waar het leven zich in
de straten en steegjes rond het Waterlooplein afspeelde.
Interbellum
De schrijvers waren bijna allemaal afkomstig
uit de wijk. Zij vergeleken de buurt met van alles: van
een ruggengraat met ribben (Siegfried van Praag, 1929) tot
een lange koosjere worst (Meyer Sluyser, 1957). Ze schreven
verhalen die kleur gaven aan het Amsterdamse interbellum en
gaven vorm aan de idee van een Joods Amsterdamse identiteit
tegen de achtergrond van een verdwijnende wijk door
stadssanering en sociale veranderingen.
Roemloos ten onder
Door de verschrikkingen van de sjoa
waren er na de oorlog nog nauwelijks buurtbewoners over om de
verhalen door te geven en de buurt weer leven in te blazen. De
ruïnes van de Joodse wijk zijn in 1978 grotendeels
gesloopt. Zo ging de buurt, die zoveel herinneringen had
bewaard, waaronder geuren, grappen, armoede, lief en leed,
roemloos ten onder. Hoe kijken we terug op deze Joodse
geschiedenis van Amsterdam?
Het verhaal achter Joods leven
Waar nu de Stopera staat,
het Amsterdamse stadhuis-annex-operahuis, begon ooit het
Joodse leven in Amsterdam. Van deze buurt, Vlooienburg,
is nu vrijwel niets meer te zien. Ook het karakter van de
aanpalende buurt Uilenburg is sterk veranderd. Hoe zag het
leven van Joden in deze buurten eruit?
In deze lezing gaan we op zoek naar het verhaal van succesvolle
Portugese kooplieden, rabbijnen, sappelende Asjkenazische
straathandelaren en bedelaars. Met elkaar vormden zij de
kraamkamer van de Joodse gemeenschap van Amsterdam.
Julia van der Krieke (1988) onderzocht voor haar proefschrift
de rechtspositie en het vroegmoderne burgerschap van de eerste
Amsterdamse Joden tussen 1590 en 1640 en studeerde af op de
connectie tussen de Amsterdamse Jodenbuurt en de identiteit
van Amsterdamse Joden in het Interbellum. Momenteel leidt
Julia als postdoctoraal onderzoeker Joodse Studies aan de UvA
het project De Joodse Stad – Vlooienburg en Uilenburg,
geïnitieerd door prof. dr. Bart Wallet in samenwerking
met het Joods Cultureel Kwartier en de gemeente. Het project
heeft als doel om de lange geschiedenis van Joods Amsterdam,
specifiek van Vlooienburg en Uilenburg, over te brengen op een
lokaal Amsterdams publiek via een podcastserie, evenementen,
kunstprojecten, een website en meer.